De waardes die worden gemeten door de sensoren zijn afhankelijk van hoe deze sensoren zijn geïnstalleerd.
Zelfs als de sensoren in dezelfde grondsoort worden geïnstalleerd, zullen ze iets andere metingen laten zien. De grond zal een vergelijkbare hoeveelheid water opnemen, maar de meting van de sensor wordt beïnvloed door de omringende stenen, wortels en lucht.
Daarom raden we aan een systeem van meerdere sensoren te gebruiken, in plaats van te vertrouwen op één enkel datapunt.
Zodra je de sensoren hebt geïnstalleerd, sturen ze betrouwbare gegevens. Er kunnen echter in de loop van de tijd enkele subtiele veranderingen optreden, aangezien de bodem na de verstoring weer zijn normale dichtheid krijgt. Afhankelijk van de bodem en hoe goed deze is vervangen, kan er ook een preferentiële waterstroom zijn.
Volg de onderstaande instructies om foutieve metingen in grond en mat/substraat te minimaliseren.
Bij het plaatsen van de sensor in plaat of substraat:
- Knijp niet in het substraatblok
- Beperk wijzigingen van de sensorpositie zo veel mogelijk
- Probeer het substraat volledig te verzadigen voordat u de sensor instelt
- Gebruik een plastic sjabloon om sensoren op dezelfde manier tussen blokken/platen te plaatsen
Bij installatie van de sensor in de bodem:
- Kleinst mogelijk gat met minder mogelijke verstoring van de bodemdichtheid
- Installeer de sensor in de bodemwand die niet wordt verstoord door verdichting of graven
- Als u de sensor in rotsachtige grond installeert, let er dan op dat u de sensornaalden niet buigt.
- Geen wortels en luchtgaten in direct contact met de sensornaalden voor een betere nauwkeurigheid
- Geen verdraaiing van de sensor tijdens het inbrengen: steek de sensor in één beweging stevig in de grond.
- Verpak de grond niet te los of te stevig om te voorkomen dat het water dieper in de grond stroomt dan normaal.
- Houd de ferrietkern en de kabel buiten het gat tijdens het installatieproces.
- Grondhorizon behouden: herpak het boorgat met dezelfde gelaagdheid als het natuurlijke profiel.
- Als knaagdieren of machines een probleem zijn, kan een kabelbescherming worden toegevoegd. Het moet worden gevuld met bentoniet om te voorkomen dat er water in de kabelbescherming stroomt. De aarde moet stevig worden herpakt rond de kabelbescherming.
Door extra tijd te besteden aan het correct installeren van uw installatie, wordt de nauwkeurigheid vergroot en bespaart u tijd, moeite en geld.
Hulp nodig? Neem contact op met ons.